top of page

Ouders en 'body image'

 

De ouder-kind relatie ondergaat, net als de andere sociale relaties, een transitie tijdens de adolescentie. Meer dan in de kindertijd zijn adolescenten gericht op hun leeftijdsgenoten en minder bij de ouders. Deze verschuivingen zorgen ervoor dat de ouder-kind relatie zich kan ontwikkelen tot interafhankelijke relatie in de late adolescentie (Fuligni & Eccles, 1993).

Om dat te bereiken is het van belang dat de ouder-kind relatie meebeweegt met de ontwikkelingen van de adolescent. Adolescenten die consequent weinig ruimte ervaren voor hun beslissingen gecombineerd met een continu hoge restrictie van hun ouders, zijn meer geneigd zich in het extreme op leeftijdsgenoten te oriënteren (Fuligni & Eccles, 1993). Hoe extremer deze oriëntatie is, hoe meer de adolescent openstaat voor beïnvloeding van leeftijdsgenoten. Rond 14 jaar zijn adolescenten extra gevoelig voor het opvoedgedrag van ouders. Bemoeienis met hun vriendenkeuze kan ertoe leiden dat zij zich juist tot die vrienden wenden die hun ouders afraden (Tilton-Weaver et al., 2013). Het bepalen van het juiste moment voor bepaalde opvoedinterventies is dus uiterst belangrijk. Een verkeerde timing kan een omgekeerd effect hebben.

 

Het ontbreken van ondersteuning van ouders hangt samen met toegenomen body dissatisfaction (Markey, 2010). Driekwart van de Nederlandse kinderen in groep 8 geeft aan zich  gesteund te voelen door hun ouders. Dit percentage neemt echter af in het voortgezet onderwijs, met een kantelpunt rond de 14 jaar (Looze et al., 2013). Bovendien geven meisjes, meer dan jongens, aan dat zij de ondersteuning van vrienden belangrijk vinden. 
Met het oog op het ontstaan van een negatieve body image kan onderscheid gemaakt worden tussen directe en indirecte invloed van ouders (Markey, 2010). De directe invloed bestaat uit het expliciet aanmoedigen van gewichtsverlies of diëten en heeft een positieve associatie met het ontstaan van negatieve body image. De indirecte invloed van ouders bestaat uit het modelleren van body image en eetgedrag. De modellerende invloed van ouders, hoewel geen significante voorspeller van body image, is sterker dan de modellerende invloed van leeftijdsgenoten en de media (Blowers et al., 2003). Ouders die een gezonde body image en gezond eetgedrag modelleren spelen dus een rol in de ontwikkeling van een positieve body image bij adolescente meisjes. Het omgekeerde geldt ook: ouders die een negatieve body image en ongezond eetgedrag modelleren, stimuleren hun dochter een negatieve body image te ontwikkelen.
 

bottom of page